Page 30 - Extra Magazine 3
P. 30

....... Мet de        ....... .









                                                                                                                                  Hallo? Halloooo?
                                                                                                                                  De telefoon gaat. Dat is mijn moeder, want zij is de
                                                                                                                                  enige die nog op mijn vaste lijn belt. Vaak verstomt het
                                                                                                                                  rinkelen al voordat ik kan opnemen. Dan heeft ze al-
                                                                                                                                  weer opgehangen. Of ze krijgt het antwoordapparaat,
                                                                                                                                  waar ze niets van begrijpt.
                                                                                                                                  ‘Ha mam!’
                          Eerbiedwaardige                                                                                         ‘Hallo? Halloooo?’ Mijn moeder wordt doof, hoewel ze
                                                                                                                                  dat ontkent.
                                                                                                              Monique Montanus    ‘Mam, hoor je me?’
                     ouderdom bezit zo’n                                                                     is journalist, moeder   ‘Hallo...? Hè, wat is dit nou weer? Ze is er zeker niet.’
                                                                                                               van twee kinderen
                                                                                                                                  Tuuttuuttuut.
                                                                                                               en is mantelzorger
                                                                                                                                  Meteen maar even terugbellen.
                                                                                                              voor haar 87-jarige   ‘Monique, ben jij dat? Ik belde net maar je was niet
                      grote autoriteit, dat                                                                            moeder.    thuis. Ik kreeg de telefoniste en die zei...’
                                                                                                                                  ‘Ik ben wel thuis. En dat was geen telefoniste, je kreeg
                                                                                                                                  de voicemail.’
                     dit van meer waarde                                                                                          Ze luistert niet. ‘Die juffrouw zei dat jij niet thuis was.’
                                                                                                                                  ‘Dat was het ántwoordapparaat. Dat IS geen juffrouw!’
                                                                                                                                  ‘Snauw niet zo tegen oma,’ zegt mijn dochter vanachter
                                                                                                                                  haar laptop. Oké, terug naar af. ‘Hoe was je dag, mam?’
                   is dan alle geneugten                                                                                          Sinds het overlijden van mijn vader, ruim twintig jaar
                                                                                                                                  geleden, bellen mijn moeder en ik elkaar elke avond.
                                                                                                                                  Aanvankelijk waren dat korte gesprekjes, maar tegen-
                                                                                                                                  woordig duren ze minstens drie kwartier. Soms ben ik
                                van de jeugd                                                                                      de enige die ze die dag spreekt. Voor haar is het dus een
                                                                                                                                  piekmoment. Voor mij een oefening in geduld. Want
                                                                                                                                  na de uitwisseling van actuele nieuwtjes komt ze stee-
                                                                                                                                  vast met herhalingen van de voorgaande dagen. Maar
                                                                                                                                  roepen ‘Dat heb je al verteld’ is zinloos. Bovendien:
                                         MARCUS TULLIUS CICERO                                                                          waarom zou je het erin wrijven? Zo onaardig.
                              ROMEINS STAATSMAN EN SCHRIJVER 106 V.C. - 43 V.C.
                                                                                                                                         Mijn moeder praat en praat. Een verhaal over
                                                                                                                                         iets wat een tante is overkomen en dat ze als
                                                                                                                                         nieuw presenteert, komt me bekend voor. ‘Dat
                                                                                                                                        was toch een paar maanden geleden?’ vraag ik.
                                                                                                                                      ‘O ja, da’s waar,’ herinnert mijn moeder zich. En
                                                                                                                                      dan ontglipt het me toch. ‘Dat had je al verteld.’
                                                                                                                                      ‘Zie je nou wel dat er niks mis is met mijn geheu-
                                                                                                                                      gen,’ zegt mijn moeder triomfantelijk. ‘Want ik
                                                                                                                                      wist alles nog!’   




                                                                                                                                                                                        31 31
   25   26   27   28   29   30   31   32